Pagina:Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst sedert de helft der XVIII eeuw vol 1.djvu/434

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
412
GESCHIEDENIS DER

 De naam n. berchem met ſierlijk getrokken Italiaanſche ſchrijfletters, vindt men op zeer vele zijner Werken; in vroeger tijd plaatſte hij ſomtijds een C in het bovenſte gedeelte der voorſte letter van zijn’ geſlachtsnaam, welke C claas beteekende [1]. Hetgeen waarſchijnlijk aanleiding gaf aan den Franſche Schrijver gersaint, om te beweren, dat ’er twee Schilders berchem genaamd geweest zijn, doch wij hebben hier voor reeds gezien, dat a. cuijp insgelijks verſchillende merken gebruikte; deze onderſcheiden merken toonen alleen de onderſcheiden tijdvakken aan, waarin de werken dezer Meesters vervaardigd zijn.
 Bij houbraken wordt het Portret van berchem niet gevonden; doch de Parijſche Plaatſnijder e. ficquet heeft het naar de Schilderij van savary in het koper gebragt.

 PAULUS POTTER wordt door houbraken wel beſchreven als een zeer voornaam Schilder [2], doch men vindt daarbij ſlechts melding gemaakt, van eene der Schilderijen dezes uitmuntenden Meesters; namelijk van dat bekend onder den naam van de pisſende Koe [3], zekerlijk een

be-
  1. Fueslin’s Lexicon Art. bergchem.
  2. Zie D. II. bl. 125.
  3. Wij hebben die Schilderij naderhand in de Galerij van Hesſenkasſel gezien onder meer anderen van dezen Meester.