Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/117

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

LENTEGROEN.



Hoe lief is, op het donker blauw
der zwanger gaande wolken,
die donderduwen dreigen dra,
het lieve lentegroen,
daar schielijk, uit de zuiderlucht,
de middendaagsche dolken
der zonne ‘t lustig meievier
een deuntje op dansen doen!

‘t Is groen, dat diepe in ‘t blauwe bijt,
zoo hel en zoo doorschijnend,
of schier het uit den regenboog
geboren ware; en blauw,
dat dieper nog als hemelsch blauw
des avonds is, verdwijnend
in ‘t zwanger gaande duister van
de wolken, gram en grauw.