Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/118

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


De zonne loopt daar smijten in
heur middendaagsche dolken,
die speiten zoo geweldig op
het lieve lentegroen,
dat ‘t pinkelt en dat ‘t pierelt op
de blauwheid van de wolken,
die, zwanger gaande, dreigen dra
nen donderduw te doen.

Aan Eug. De Lepeleer,
4/5 '98.