Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/139

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

PLATANUS ORIËNTALIS. L.



Alhier, aldaar, wijd uit, wijd om,
wijd afgevallen blaren
bezabberen mij ‘t wandelpad,
alsof het vagen waren
van verwers handen, geelwe en groen,
die ‘t grauw der aarde blinken doen.

Een zure wind is opgestaan,
die ‘t schoone der platanen,
zijns ondanks, al te langen tijd
zag schaduwen de banen
van ‘t zomerhof. ‘t Is winter haast
en ‘t oud, afjunstig noorden blaast.