Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/141

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

Dat eens!... Maar nu is ‘t veeg en ‘t valt
in ‘t graf: de winden loeien
zijn lijkgezang! Platanenloof
te zommer zal ‘t hergroeien
en wederom den zonnenschijn
mij zichtend voor de voeten zijn.

KORTRIJK, 20/11 '98.