Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/149

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

„VADER OVERLEDEN".



o Al te kwade boodschapper,
die, bitsig als een horselbie;
die, stekende als een degenstoot;
die, snel gelijk den bliksemslag;
die, stom en doof, noodzakelijk,
te mijwaard op de snaren komt
gevlogen van den teekendraad!
Te gauwe, och armen, vindt ge mij
en biedt gij, in uw bitsigheid,
de boodschap, — en geen troost daartoe! —
dat "vader overleden" is!
Ge'n zegt niet hoe hij, vroomgezind,
zijn kruise en zijne ellenden droeg;
ge'n zegt niet, echt en recht, hoe hij
onwankelbaar geloovig en
betrouwende in Gods goedheid was;
ge'n zegt niet hoe, beneên den bast
van buitenwaardsche onteederheid,