Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/23

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

PERELS.




Nog eer de blaren schieten,
  in 't hofbeluik,
hoe geren zie 'k uw' sprieten,
  o perenstruik;
hoe geren zie 'k uw takken
  vol blommen staan,
vol perels, al in pakken
  eer ze opengaan!

En mochte ik maar, zoo even,
  door Gods beschik,
u, peretakken geven
  nen toovertik;
't en zou geen pere krommen
  uw hout, voortaan:
veel liever zie 'k de blommen,
  eer ze opengaan.