Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/22

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Bast van murwe wijngaardbezen
kan alleen de weêrga wezen
van de zachte en zuivere hand
die mijn hert' heeft overmand.

Straffe mocht en boete hij vergen
neen hij wou mijn boosheid bergen,
mijn verwaandheid, ongeboet,
in zijn dierbaar blusschend bloed.

Hebbe dan mijn herte en houd' Hij 't
duizendmaal vermenigvoud Hij 't —
in Zijn liefde en laat' Hij 't mijn....
neen, voor eeuwig 't Zijne zijn!

KORTRIJK, 5/2 '94.