Naar inhoud springen

Pagina:Gezelle, Laatste verzen (1901).pdf/59

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

EXCELSIOR.




‘k Zie liever die te bergewaard
zijn roekloos opgeklommen,
als die, om loon, zoo zaan te vaart
gedaan is, nederkommen.

Die stijgt, noch af- noch om en ziet
naar die in de eerde wroeten;
noch, dwee van halze, en kust hij niet,
of waren ‘t keizersvoeten.

‘k Zie liever die de zegevaan
mij deur de wolken steken,
excelsior, en, voorgegaan,
mij moed in ‘t herte spreken.

Dan zegge ik: "Op! dat ander kan
dat wil, dat kan, dat zal ik:
geen oneere en geen' schande en kan
mijn durven deren, valle ik."