Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/218

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

DE VISSCHER


DE wolken willen weg, de zee
  zinkt zacht- en zoetjes neder;
en langzaam loopt de lucht alree,
  vol rust- en lustig weder.

  'k Ga kijken of 'k er doen aan zie,
    om 't schamel vangstje visch
  te vinden, voor.... de moeder, die
    mijn' vrouwe en — angstig is.

Gij bidden zult bindien, opdat
  mijn' hand, o welbeminde,
mijn zoekend herte entwaar entwat,
  dat visch gelijkt, u vinde.

  'k Ga kijken of er doen aan is,
    vandage, om in mijn schuit,
  het schamel vangstje verschen visch,
    de zee te visschen uit.

Gij bidden zult, bindien, en, mij
  niet ziende, o welbeminde,
eer morgen, zet dan 't luchtje bij
  sint Pieter, op de spinde.