Deze pagina is proefgelezen
OOGENTROOST
MIJNE oogen troost het boomgewaai,
dat groene is, te allen stonde;
maar liever zie 'k, als alle groen,
het groen, te platten gronde.
dat groene is, te allen stonde;
maar liever zie 'k, als alle groen,
het groen, te platten gronde.
Den moederschoot nabij, en nog
maar eerst eruit gekropen,
den borsteling gelijkt het, die
zijn hert heeft zatgezopen.
maar eerst eruit gekropen,
den borsteling gelijkt het, die
zijn hert heeft zatgezopen.
Het spant, van louter levenslust,
het blijkt, in al zijn' leden.
één maagdelijk vertoog van versche
en vaste groeizaamheden.
het blijkt, in al zijn' leden.
één maagdelijk vertoog van versche
en vaste groeizaamheden.
o Raaploof, dat, te winterwaard,
zoo mooi, zoo malsch van blâren,
den dooden stoppel groene dekt
der milde koorenaren!
zoo mooi, zoo malsch van blâren,
den dooden stoppel groene dekt
der milde koorenaren!
o Bontgepinte klaverdriesch,
o moestuin, o de stalen
van 't duistergroene silderloof,
wie weet u af te malen?
o moestuin, o de stalen
van 't duistergroene silderloof,
wie weet u af te malen?