Deze pagina is proefgelezen
Vertroost u mane, 'et zonnelicht
aanschouwt ge: ons, arme lieden,
en mag dat in den weêrschijn maar
van ' t manenbeeld geschieden!
Wij danken u, die, weemoedsvol,
de weemoedsvolle banen
der menschen, als de zonne rust,
vertroost, met uwe tranen.
aanschouwt ge: ons, arme lieden,
en mag dat in den weêrschijn maar
van ' t manenbeeld geschieden!
Wij danken u, die, weemoedsvol,
de weemoedsvolle banen
der menschen, als de zonne rust,
vertroost, met uwe tranen.
De mane zit, in 's hemels blauw,
dat wederkeert, verloren;
noch geluw, noch oranje... en al
heur haar is afgeschoren:
van penning noch palet en mag
ik, mane, meer gespreken:
uw zusterlicht is opgestaan,
de dag begint te breken.
dat wederkeert, verloren;
noch geluw, noch oranje... en al
heur haar is afgeschoren:
van penning noch palet en mag
ik, mane, meer gespreken:
uw zusterlicht is opgestaan,
de dag begint te breken.
24-25/9/'96.