Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/247

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Heere God, die hebt geschapen
  levinge ons, in de aarde, 'n laat
niet, wanneer de zaaiers slapen,
over nacht, des vijands knapen
  deren 't ingezaaide zaad!

Vogelnebben, hoenderteenen,
  wormen, onkruid, allertier:
hagelslag en dondersteenen,
grijmtauwe, ate en roest, medeenen,
  scha van water, scha van vier:

Al zoo waar als God, verrezen
  van de dood, is opgestaan,
moet het altemaal, nadezen,
krachtloos op dit kooren wezen,
  't geen de vijand heeft gedaan.

17/4/'95.