Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/264

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
'k Ontgeve 't mij, maar, zag ik niet
  zoo zaan een sterre pinken,
en, evengauw verdwenen, in
  den diepen hemel zinken?

't Is avond weêr, alteenegaar,
  en, tijdelijk verborgen,
is 't daglicht, in de duisternisse,
  en 't zonneken, tot morgen.

Goên nacht, en God beware u al,
  die reizen, waken, slapen...
die sterven zult, in vreden: 'k ga
  mij ook een rustjen rapen!

12/6/'96.