Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/321

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Schamel en bloot,
stierf Hij de dood;
arme, uit der maten,
hing Hij, verlaten,
aan 's Kruisen roede,
't lichaam in bloede:
schamel en bloot,
stierf Hij de dood!

Wie was zoo goed,
dat hij zijn bloed
geven ons wilde?
Wie was zoo milde,
wie was 't, die boette?
Jesus, de zoete:
schamel en bloot,
stierf Hij de dood!


« Ons dagelijksch brood »

  o Goedheid, zonder einde of grond,
o Godlijke ontfermhertigheden,
gedoogt dat ik mijn' dankgebeden
U bieden durve, en bidde, u heden,
  om 't dagelijksch brood, dat hert en mond,
mij laven zal; mij recht en reden
  beseffen doen, mij 't lijf gezond
bewaren, tend de strijd voor goed is uitgestreden !