Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/322

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

o Licht!

Hoe ben ik, louter duisterheid,
  en stekeblend geboren,
o Licht, tot uwen lof bereid,
  bestemd en uitverkoren?

Hoe is 't, dat ooit Gij, ongemaakt,
  gewonnen noch geschapen,
mij, duisterling, den dag ontstaakt
  en duizenden liet slapen?


Quid est Veritas !

De waarheid is,
't zij jong of oud,
ondelfbaar, en
ondelgbaar, goud.

Ondelfbaar niet?
Ondelgbaar toch,
en, al verdelgd,
ondelgbaar nog!


Adest

  Gewisser als de zon
en wete ik iets te noemen,
  nochtans en was zij eens
mijne ooge aanschouwbaar: is
  het menschelijk verstand
nog redelijk te roemen,
  dat, God niet ziende, God
ontzegt dat Hij daar is?