Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/333

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Ars artium...

Hoe vroeger hoe beter in band
  gebonden het boomke, in
    bevelmacht;
hoe vroeger hoe beter getand
  den telg, en getucht, die
    den telg acht.

Hoe menigmaal hebt gij gemist,
  die ganzen of schapen
    in 't veld wacht?
Maar, kinderenwachters, wie is 't,
  van al die ze wacht, die
    ze wel wacht?


Miseremini!

  'k Ben teenenmale ontvriend,
ontvrijdomd en ontvroolijkt;
  al 't gene ik hadde, 't is
verijdeld en veroolijkt;
  ontstorven is het mij,
  ontstolen en ontweerd!
  Alleene Gij mij blijft,
  en zijt mij alles weerd,
  die alles geven kunt;
en, ware ik Job, gezeten
  op zijnen messing, die
mij nooit en zult vergeten.