Pagina:Gezelle, Rijmsnoer om en om het jaar (1897).pdf/334

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Nieuwjaar

  Het jaar is uit-
en tendengeleefd:
  van al zijne oude
ellenden en heeft
den last het ons ontgeven;
  het nieuwjaar heeft,
van heden af aan,
  voor elk ende een,
een schrede gedaan :
wie zal 't tot tenden leven?


Jam lucis orto sidere

o God, hoe moest ik dankbaar wezen,
  indachtig U, ten allen tijd,
van zoo de zonne is opgerezen
  en 's morgens in den hemel rijdt,
  tot dat ze, 's avonds, nederschrijdt
en rusten gaat in 't westerwezen,
door U heur daaglijksch werk gewezen!
  o God, die alles heerlijk zijt
  bedrijvende, U zij toegewijd
mijn al te ondankbaar hert, nadezen!