goedewel geformeerdeordrezjn vertonende,ende in aller manieren wel vooreenen Lufthof magh worden gehouden: Dit voorgelaten fondament voor den Hof, ghe- teeckent a.is den muer van’t Hof van de wooninge van den grooten Prince van O- ranjen; ende 4.is de gracht, die tuflchen de wooninge ende *t Hof leyt ; ende c. is den doorgang, om van binnen door de wooninghe in den Lufthof te komen ende d.iseenpoort, ftaende tegen het Buyten-Hof: Devorder Orthographie, kan men in de Figure beter verftaen,als menfe door fchrijven foude konnen bekennen : Men kan hier oock tendeele bemercken, hoe de fchoone Blom-potten zijn geftelt, foo in de midden, als teghen den muer van den Hof; hebbende den muer boven het deckfel rontomme Kanteelen van witten arduynfteen, niet alleenlick tot bevrijdinge , maer oock rot cen {choon cieraet vertonende : Als noch van binnen den voorfeyden muer zijn {eer dicht gheplant haghbuken , om den felven met groente te bekleeden : alles feer vrolick omte fien, &c.
Befchrivinge van de twee-en-dertighfte Figure.
KOmende nu rotde verfettende ftucken, ’t gene men huysraet mach noemen : eerftelick wort alhicr vertoont een bloot Ledikant met twee ftoclen , en dat op den gront van onfe voorgaende vierde Figure, welcken grondtick gebruycke om de fake beterte verftaen. Watden Preeckftoel belanght , ghereeckent 4. begrijpt op den grondt 4.6.c.d. welcker punten getrocken op de punten van diftantie f-g.ende de hooghte des Stoels ghemaeckt naer begeeren i. 7. ende boven /. 7. ende de 7. Re op ’tvoornoemde punt f ende van m. op’t felve punt, van gelijcke/.m.ende van7.2. «tot g. ende vank g. foo wort den Stoel volmaeckt op den kant, naer het geficht der Ooghen 4, maer foo men defen Stoel meer wilde verdraeyt maken, dat hy met den grondt geen gemeenfchapen hadde, foo waert van noode de Ignographie te maken fooalsmen dic begeert, cadede felve in Perfpettive te leggen, gelijck hier voren ghe- leert is : en dif fal diencn tot waerfchouwinge van alle verfctcende ftucken, Den Stoel B. heeft fijne yerminderinge op’ toogepunt, als de breede op dé gront genomen zijn- de: de perpendiculaire ftijlkens vande Stoel opgetrocken, is lichtelik te wege te bren- gen. Het Ledikant, geteeckent C. worden de twee voorfte Pylaren naer difcretie ge- ftelt van wijde,alhier op de bafe getckent 2.biende defelve perpendiculair opgerecht, ende geftelt de plaetfe om de onderlagen, ende matras ofte bedde op teleggen, alhier c.d.e.f, ende de dlinde linien op. opgetrocken, ende de twee ftijlen ofte pylaren g.7. na diferetie in lenghteop de mate van fes voet perpendiculair opgerecht, worden de Jinien op hare punten naer het ooge-punt getrocken, s.t.v.x.tegen detwee ftijlen gr. met welcker punten de linien Paralel r’famen getrocken , wort het hooft-eynde des Ledikants gefloten , endevan gelijcke boven met de lijften y. z. het punt #. boven, maekt het pavilioen,als vallende achterwaerts. af, *twelck gefchiet en gemaeckt wort op’trechte midden van’t Ledikant, als van 1.tot 2. treckende naer 4.6. Delinic, ge- teeckent J. en’tfelve tot het punt H. endevan H. op ’tooge-puntgetrocken, ende
- rpunt ZL. wefende’t tweede punt van’t pavilioen, gevonden hebbende, ’twelk uyt
den gront met cen perpendicle, als de voorgaende JH. gemackt wort; latende van de achter-ftijlen navoren cen gedeelte op den gront, gelijck voren van 1.K.fofluyt men het Ledikant boven hoewel daer verfcheyden manieren zijn om diergelijcke fakente wijfen , fo houde ick de gronden voorhet fekerfte, om de aenwijfende letteren beter te doen verftaea. Ick hebbede Pylaren vierkant gelaten , om delinien daer van beter te bekennen. ‘
Befchrijvinge van de drie-en-dertighfte Figure.
IN dewelckeisgeftelt, op den gront van de voorgaende tienfte Figure, twee vier- kante blocken over den anderen geleyt : Het maken van den grontis voor-geleert den onderften slock op den grondt, geteeckent a. b. ¢.d.den bovenften block is op den gront getetckent e/g 4. het ooge-punt es endehet punt van diftantic &.delinien
C2 van
�
