Defe leffe recommandeere ick ten alder-hooghften aen alle de gene die in Lantfchap- pen haer oeffenen, 'tzy met teeckenen ofte fchilderen; datfe welletten op de onderfte linien aen weder-zijden van 't gebouw, ende de optreckinge altijts brengende op de felve gemelde punten, 't gene het werck eenen goeden welftandt fal geven, ende hier mede meene ick voldaen te hebben in Lantfchappen.
Befchrijvinge van de drie--en-veerftighfte Figure.
TOT befluyt van ons voorghenomen werck, is alhier noch by ghevoeght defe lefte Figure, in de welcke wort vertoont den Geometrifchen gront blijvende, en- de evenwel het tegenfien daer aen gemaeckt, hoewel dat dit alfoo niet en kan gefien worden, is defe maniere alhier vertoont voor de ghene, die eenighe gronden moeten vertonen, de welcke om redenen niet en moeten verkorten, ende het tegen-fien oock moet vertoont worden. Om dit te vertoonen met een lichte maniere, zijn alhier ge- teeckent een halve maen met letter A.eenen Triangel B.noch eenen met C.een qua- dract D. ende een hooren-werck E. Een maniere wel gevat hebbende, kan men alles vertoonen met defelve werckinge: derhalven den Triangel gemaeckt zijnde, geteec- kent a.b.c. met een dobbel linie. Neemt met den paffer van a. tot f. van b.e. ende c. d. de lenghde van u begeerde Orthographie, ofte hooghte, d.e.f.den Triangel toe- getrocken, daer hebdy u begeerde Orthographie: Wildy hem fchaduwen, doet als de felve Figuren onder van A.B.C.D.E. vertoonen. Alhier zijn noch by-gevoeght een ronde,een Ovael,eenen Pentagonus, als een kafteel met vier bolle-wercken, noch een met drie bolle-wercken,ende onder noch eenige Trencheen; ende is alles naer voor- gaende leeringe. Dan alfoo van Fortificatien de wallen onder wijder zijn, als boven, foudt wel van noode zijn dat men in plaets van de perpendiclen de linien van boven nederwaerts wat nuyffcher trocke, gelijck aen het bollewerck F.met de linie b. i. ge- toont wort: maer die niet vaft en gaet, houde de rechte linien. Ende hier mede eyndi- gende, om den Konft-livenden niet op te houden, wil ick mijn werck befluyten met wenfchinge, dat een yder 't felve foo vlijtigh maghaennemen, als ick het felve met goede genegentheyt alhier over-geve. Vaert wel.
EYNDE.
