113. Zoo de Eerste Kamer vermeent het voorstel niet te moeten aannemen, drukt zij zich op dezelfde wijze uit, als in art. 111.
Zij geeft daarvan kennis aan de Tweede Kamer, in de volgende bewoordingen :
114. De Staten - Generaal hebben het regt, om aan den Koning voorstellen te doen, met inachtneming der volgende voorschriften.
115. De voordragt daartoe behoort bij uitsluiting aan de Tweede Kamer, die dezelve overweegt, op gelijke wijze als zulks ten aanzien van des Konings voorstellen is bepaald.
116. Zoo zij het gedane voorstel goedkeurt, zendt zij hetzelve aan de Eerste Kamer, bij het volgende formulier :
117. Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze geraadpleegd te hebben, het voorstel goedkeurt, zendt zij hetzelve ter bekrachtiging aan den Koning, in dezer voege :
Zij geeft daarvan kennis aan de tweede kamer op deze wijze: