Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1922).djvu/22

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

2. De wet bepaalt, in hoeverre de uitoefening van het kiesrecht wordt geschorst voor de militairen bij de zee- en de landmacht voor den tijd, gedurende welken zij zich onder de wapenen bevinden.

3. Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten zij, wien dat recht bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is ontzegd; zij, die rechtens van hunne vrijheid zijn beroofd; zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren en zij, die van de ouderlijke macht of de voogdij over een of meer hunner kinderen ontzet zijn. Aan onherroepelijke veroordeeling tot eene vrijheidsstraf van, meer dan een jaar of wegens bedelarij of landlooperij, zoomede aan meer dan twee, binnen een door de wet te bepalen tijdperk vallende, onherroepelijke rechterlijke uitspraken, openbare dronkenschap vaststellende, verbindt de wet tijdelijk of blijvend verlies van kiesrecht.


Artikel 82.

1. De Tweede Kamer bestaat uit honderd leden, gekozen op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging.

2. Alles wat verder het kiesrecht en de wijze van verkiezing betreft, wordt door de wet geregeld:

Artikel 83.

1. De Eerste Kamer bestaat uit vijftig leden.

2. Zij worden verkozen door de leden van de Staten der pro- vinciën op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging.


Artikel 84.

1. Wanneer de Staten-Generaal in dubbelen getale worden bijeengeroepen, wordt aan de gewone leden van elke Kamer een gelijk getal buitengewone leden toegevoegd, op dezelfde wijze als de gewone te verkiezen.

2. Het besluit der bijeenroeping wijst tevens den dag der verkiezing aan.


TWEEDE AFDEELING.
Van de Tweede Kamer der Staten- Generaal.


Artikel 85.

Om lid der Tweede Kamer te kunnen zijn wordt vereischt, dat men Nederlander of door de wet als Nederlandsch onder-