Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1922).djvu/45

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

schadeloosstelling ten laste van een of meer inwoners of gemeenten worden gebracht.

3. De uitzonderingen op die algemeene regels voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden worden bij de wet vastgesteld.

4. Of er oorlogsgevaar in den zin, waarin dat woord in 's Lands wetten voorkomt, aanwezig is, beslist de Koning.


Artikel 189.

1. Ter handhaving van de uit- of inwendige veiligheid kan door of van wege den Koning elk gedeelte van het grondgebied des Rijks in staat van oorlog of in staat van beleg verklaard worden. De wet bepaalt de wijze waarop en de gevallen waarin zulks geschieden kan en regelt de gevolgen.

2. Bij die regeling kan worden bepaald, dat de grondwettelijke bevoegdheden van het burgerlijk gezag ten opzichte van de openbare orde en de politie geheel of ten deele op het militair gezag overgaan, en dat de burgerlijke overheden aan de militaire ondergeschikt worden.

3. Daarbij kan wijders afgeweken worden van de artikelen 7, 9, 159 en 160 der Grondwet.

4. Voor het geval van oorlog kan ook van artikel 157, eerste lid, worden afgeweken.


NEGENDE HOOFDSTUK.
Van den Waterstaat en van bijzondere lichamen met verordenende bevoegdheid.


Artikel 190.

De wet geeft regels omtrent het waterstaatsbestuur, het oppertoezicht en toezicht daaronder begrepen, met inachtneming der voorschriften in de volgende artikelen van dit hoofdstuk vervat.


Artikel 191.

De Koning heeft het oppertoezicht over alles wat den waterstaat betreft, zonder onderscheid of de kosten daarvan worden betaald uit 's Rijks kas of op eene andere wijze gevonden.


Artikel 192.

1. De Staten der provinciën hebben het toezicht op alle water-