Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1922).djvu/50

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


Artikel X.

De in artikel 131 der Gemeentewet bedoelde verkiezing blijft, totdat de wet daaromtrent nader zal hebben beschikt, geschieden volgens de bepalingen welke gelden op den dag der afkondiging van de wetten houdende verandering in de Grondwet, maar volgens de kiezerslijsten zooals deze nieuw worden vastgesteld.


Artikel XI.

De nieuwe Eerste Kamer der Staten-Generaal komt bijeen op den dag, waarop volgens Artikel VI de tegenwoordige Eerste Kamer ophoudt te bestaan. Op den eersten Dinsdag van Juli van het jaar, waarin de nieuwe Eerste Kamer bijeenkomt, treden de Provinciale Staten af.


Artikel XII.

De in het laatste lid van artikel 90 der Grondwet bedoelde wet kan geen pensioen verzekeren aan weduwen en weezen van gewezen Kamerleden, die vóór 1 Januari 1921 afgetreden of overleden zijn.


Artikel XIII.

De tekst der herziene Grondwet wordt door den Koning bekend gemaakt in eene doorloopend genummerde reeks van artikelen, met inachtneming van de in van Regeeringswege uitgaande stukken gevolgde spelling en met wijziging voor zooveel noodig van de aanhaling daarin van artikelen of gedeelten van artikelen.