Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/33

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

In deze bedding is ook nog op 2,9 ellen huven À, P. geven- den een stukje hout uit eene bruinkoolformatie. Iet is onge- veer 2 duimen lang, ligt, bruin, doeh niet met ijzeroxyd ge- inerustreerd. Het is gemakkelijk suijdbaar en stemt in maaksel zeer na overeen met het hout van Tevus beceata , daar de hout- eellen van hofstijpels en van eenen breeden spiraalbnnd voor- zien zijn. Het is derhalve afkomstig van eenen boom bekoo- ronde tot het fossile geslacht Paxitea Goeppert.

De tweede laag, waarvan de dikte hoogsteùs een el hedraagt, bestaat uit eenen zwartachtig grijzen zandigen leemmergel, hier en daar met een’ geelachtigen af bruinachtigen tint. Zij ander- scheidt zich van de hoogere , behalve daor de kleer , vooral ook daor eene meerdere gelijkmatigheid en inniger vermenging der bestanddeelen, De diepere gedeelten der lnag bevatten het meeste zand en hebben eenen losseren zemeuhang dan de hooe gere.

De mikroskopische bestanddeelen zijn dezelfde ais die der eerste laag, alleen in andere betrekkelijke hoeveelheden. let- zelfde geldt van de scheikundige bestanddeelen. Koolstofzure kalk en ijzeraxyd komen er in merkelijk geringere mate in voor. De badem op 0,3 el hoven A. P,, nagenoeg uit het midden der laag, bevat 8,27 proc. in zoutzuur oplosbare deelen, waarvan 487 kaolstofzure kalk zijn en 1,29 proc. ijzeroxyd.

Er worden mede een aantal gerolde steenen in aangetroffen, grootendeels tot dezelfde rotasoorten behoorende als die in de eerst beschreven laag. Steenen van zoo grooten omvang als in deze ziju hier miet gevonden. Eehter zoude ik uiet durven be- weren, dat zij er ict in voorkomen, daar dit gedeelte des bodems ulleen uit de graving in  en de boring iu c bekend is.

Onder de granietblokken zijn er verscheidene, die rood en

groen geslekt zijn, ten gevolge van tusschen de roode velde