Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/34

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

— 13 —

spaath verspreid alivìn. Een dier stukken hooft eenen doarme ter van 19 duimen. Buitendien worden de meeste der boven beschreven varicteiten ook hier vertegenwoordigd.

De zundstoenen zijn mede dezelfde. Nabij de bovenste grens iser een gevonden van 18 duimen ìn doormeter, plat aan weers- zijden, grijs en nan de eene zijde door ijzeroxydhydraat geel gekleurd.

Het geheele getal der steenen van één duim of meer in door- meter, bij de graving in A uit deze laag verzameld; bedraegt 104, die op de volgende wijze verdeeld zijn:

Graniet, a. roode . …. … …… … 6 5,8 proe.

5 5. anders goten S BE EE | Gneis 4 39 „ 21,2 proe. id ehsetsenponikse zeam d G& 5 Feldspaath ee 2 Le „ | Kwneta …à 48 „ Zandsteen, a. sonder en “gele ‚E09 „ 5 bir ss ie roade Ì 0,9 „ ‚ EE &. glimmerhoudend, gele 57 on en grijze - 4 499 „ Kalkgesteenten, a. marmer. … .. 1 09 „ 5 &. Jurskalk 5 48 „ 8 „ De e bonte …. 1 09 „ ä d, niet nader bepaald 19 182 „ MIDE a un . và 48 „ Vuursteen 40 885 « 1041

Mieruit blijkt, dat het vonrunamste verschil met de vorige laag gelegen is in het aauzioulijk getal van vuursteenen , waar- onder verscheidene groote knollen, tot van 9 duimen in door meter,

Bindelijk je in deze laag cok nog gevonden een vrij goed bewaard fragment eener zuil, vermoedelijk van Actinoerinus lat- nis Mill, wit tien geledingen bestaande