ze 3 —
pealdelijk in die, welke den barnsteen bevatten, is geen spaor te vinden.
Maar bovaudien is het genoeg bekend, dat de barnsteen zoer veelvuldig voorkomt in zaud- en leemgronden, gelijk inzonder- heid langs de geheele Oostzeekust het geval is. Hij is daarheen gevoerd uit nudere tertiaire bruiukolenbeddingen, en het zou- de derhalve zeer wel mogelijk kunnen zijn, dat bamsteen aok hier en daar ouder het Zuiderzeestrand ligt, zouder dat zulks daarom nog eene nabijzijnde bruinkotenbedding verraadt. Het soortelijk gewìgt van barmsteen is 1,08; het verschilt derhalve zeer weinig van dat van water, en gevolgelijk kunnen stukjes, gelijk op Urk gevonden zijn, zeer gemakkelijk van groote afstanden daarheen door den stroom der zee zijn overgevoerd.
De öadem der zee rondom Urk.
Het is den zeevarenden op de Zuiderzee gonaeg bekend, dat het vaarwater in den onmiddelijken omtrek van Urk zeer on- veilig is, aithoofde van de geringe diepte der zee in de nabij- heid van dit eiland. Deze ondiepte , gewaonliijjk bekend onder den naam van het Rifzan Urk, is op de bijgevoegde kaart (*) aan- geduid, tevens met de diepten des zeebodems onder A.P, vol= gens de reeds vermelde Zuiderzee-kaart van den Luitenant van Rhijn. Alleenlijk zijn de cijfers vermeerderd met 2 palm , zijn- de dit ten mwasteubij het verschil tusschen laug water en Â, P.
Op de hier achter gevoegde plaat, stollen fg. 1,2,3en4 eene reeks van doorsneden voor, volgens de op de kaart door de lij-
(} De kaart van het eilund zelve is vervaardigd naar eene kopij der in 1828 gemaakte kadastrale kaart, welke kopij bij den Hurgemvester van het eiland berust. Ik beb daarin, naar eigene opmetingen op de plaats zolse, alleen die kleine wijzigingen aaugebragt, welke door de sedezt genoemd jaar ontstane veranderingen noodig waren geworden, en er tevens de door waterpassing gevonden huogten vau eenige punten op aangcleekead,
ES
