34
zen OP, QR,S Ten UV aangewezen rigtingen. Deze daor- sneden zijn, wat de horizontale uitbreiding betreft, ap dezelfde schaal geteekend als de kaart, oamelijk op die van wazss » ter- wijl voor de vertikale hoogte en diepte de schaal van ss Ís gekozen. Alle hellingen zijn dus în werkelijkheid ruim 20 naal vergroot voorgesteld. De lijn AP dridt in alle figuren de water- oppervlakte aan; de bijgevoegde cijfers geven de hoogten en diepten hoven en onder A. P. te kennen, terwijl door 90 de plaatsen worden aangewezen, waar de bodem onder de water- oppervlakte daalt en zieh in land- en zeebodem scheidt,
Tet blijkt, zoowel uit de kaart als uit deze doorsneden , dat het rif zich rondom het eiland als een onderzeesch plateau uit- breidt, dat, vooral aan de Westzijde, op vele pueten digt on- der de wateroppervlakte is gelegen, Ook gebeurt het bij zeer laag water van tijd tot tijd, dat het rif graotendeels droog kamt, zaadat de eilandhewaners zich tot nabij zijnen rand droog- voets kunnen hegeven.
Aan de Oostzijde ligt niet alleen de oppervlakte van het rif in het algemeen dieper, maar zij loopt ook langzaam glooijeud af tot aan het punt, waar de zee hare gewone diepte heeft bereikt welke, aan die zijde (tusschen Urk en Schokland), pergens meer dan 4 ellen, doorgaans slechts 3,6 tot 3,8 el bedraagt.
Daarentegen is aan de Westzijde de helling aan den rand van het rif veel steiler (zie fg, l en 2), zoodat de diepte op eenen korten afstand van dien rand snel toenéemt. Ook is het daarhui- ten gelegen gedeelte der zee setlert lang bekend onder den naam van het Valvan Urk, dat, aan de andere zijde begrensd daor het Enkhuizer zand „werkelijk cene soort van onderzeesche vallei of dal daarstelt, waarvan de grootste diepte 5,6 el bedraagt , zijnde dit tevens de grootste diepte der Zuiderzee bezuiden Enkhuizen, alleen met uitzoudering van ten paar punten op de hoogte dier stad zelve, waar de diepte tot 6,2 el onder A. P. bedraagt
