Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/70

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

DE MENSCHELIJKE EN DIERLUKE BEVOLKING,

D. bevolking van Urk is inzonderheid daarom merkwaardig, dat het een zuiver nagenoeg geheel onvermengd ras is, dat ge- rekend kan worden van de oude bewoners van het eiland schier onveranderd af te stammen, want de Urkers trouwen bijna al- tijd met vrouwen van han eiland, en slechts hoogst zelden ge= beurt hot, dat vreemdelingen zich aldaar nederzetten en hunne nakomelingen een blijvend bestanddeel der bevolking worden. Ook hebben allen dio overeenkomst, welke hen als leden eener familie kenmerkt, dat is: zonder dat juist de bepaald op den ander gelijkt, is er toch in den algemeenen ligchaamsbauw, in de gelaatstrekken, in de kleur van het haar, van de oogen enzv. jets, dát telkens aan hunne gemeenschappelijke afstam- ming herinnert.

Over het algemeen zijn het stevig gebouwde, wel gemaakte menschen, met breede schouders en heupen, blond haar en blaauwe oogen. Onder de vrouwen treft men er vele aan, die aanspraak op schoonheid kunnen maken. Vooral munten zij uit door blenkheid van vel en door groots donker blaauwe oogen met lange wimpers en fraai gebogen wenkbraauwen, minder daar hunnen overigen Ïgehaamsvorm, die iets plomps en man- nclijks heeft. Jammer ishetook dat zeer vele inwoners nog de sporen dragen der pokkenepidemzie , welke hier in 1844 met groote hevigheid geheerscht heoft, ten gevolge van de gebrekkige vao- einatie, waaraan de inwoners zieh vroeger zelden wilden on- derwerpen , totdat zij door eene droevige ervaring van kare uut- tigheid overtuigd werden.

ej