Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/71

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

=itie

Daar men, zoo ergens in ons vaderland, dan op Urk hopen mag, de onvervalschte type aan te treffen van deszelfs vroegere bewoners, 200 is het van eenig belang het maaksel des sche- dels van de Urkers te vergelijken met dat der schedels van an- dere Nederlanders en van andere Europeanen. Ik heb gelegon- heid gehad drie schedels, uit het kerkhof van Urk afkomstig, te onderzoeken. Twee daarvan was ik verschuldigd aan de wel- willendheid van den hoogleeroar G, Vrolik. Blijkens den toe- stand. der kiezen en tanden is de eene dezer schedels (No, 3 in de bijgevoegde tafel) die van een jong nog niet volwassen mensch, vermoedelijk van een vrouwelijk iudividu, terwijl de andere (NO. 2} aan een volwassen persoon, waarschijnlijk van meer dan middelheren leeftijd, heeft toebehoord. Beide schedels zijn voorzien van onderkaken, doch deze schijnen niet werkelijk daartoe te hehooren, maar die van andere sche- dels te zijn, welke waarschijnlijk in de nabijheid lagen. De derde der door mij onderzochte schedels (N°. 1} is afkomstig uit de vroegere verzameling van den hooglcêraar Sandifort, waaruit hij in der tijd voor het ontleedkundig museum der hoogeschool alhier is aangekocht. Het is blijkbaar de schedel van een bejaard persoon. De kroon- en pijlnaden zijn geheel «ergroeid, De onderkaak ontbreekt,

Het zal ter naauwernood behoeven gezegd te worden, dat hot getal der onderzochte schedels veel te gering is, om daaruit eenige zekere besluiten af te leiden aangrande den schedelvorm der Urkers in het algemeen, en hepaatdelijk omtrent de punten, waarin deze van die bij de overige Nederlanders en bij andere netiën afwijkt. Echter kunnen de in de tafel opgeteekende ma- ten aan hen, die later cene ruimere gelegenheid tot voortzetting dezer vergelijking mogten hebben, eenige nuttige wenken op- leveren. ,

De overige schedels , wiarvan de maten mede ìn de tafel zijn