Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/80

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

nn

verscheidene dergelijke schedels uit onde grafheuvels te onder- zoeken, als kenmerkend voor den keltischen schedel hesehre- ven is.

Dat het verschil met de schedels der bewoners van het eiland Urk tamelijk groot is, valt dadelijk in het oog. Doch er zijn nog drie andere punten, waardeor zich deze oude schedel niet alleen van de Urksche, maar oek ven die der meeste thans le- vende Europeanen, welke ik heb kunnen onderzoeken, onder- scheidt. .

Vooreerst door de voorwaartsche plaatsing van het pint, waar de kroon- en pijlnaden elkander ontmoeten. Gewoonlijk valt dit puut nagenoeg zamen met de kruin of het hoogst gewelfde deet van het hoofd, Bij dezen schedel ligt de kruin ongeveer 55 streepeu meer achterwaarts.

Laat men éen fweede uit dit ontmoetingspunt der anden eane loodlijn vallen op het grondvlak des schedels, dan komt deze gewoonlijk nog eenige streepen binnen den voorsten rand van het foramen magnum, gelijk bepaaldelijk ook van de Urksche schedels geldt. Mij dezen ouden schedel valt deze lijn niet minder dan 45 streepen buiten dezen voorrand. Dit hangt ech- ter mede voor een greot deel af van de achterwaartsche atel- ling van het foramen magnum, gelijk uit het volgende tafel- tje blijkt :

Yan het midden vaa Van hot meesl uit- het voorhoofdsbeen puilend gedeelt tot aan den veor- van het achter-

tand van het Sora. hooïdsbeen tot aan RER ASRKIL. denachterraud vaa

het foramen mag- RUM. ‚ Oude keltische schedel .... 15 str. 68 str. Schedel van een’ Úrker No, 1 109 „ 23 ’ 2 id id kid 2 110 … 79 2 3 102 „ 76