Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/81

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

— (| —

Eindelijk ten derde onderscheidt zich vok hiet foramen mag- num zelf daor den veel meer langwerpigeu vorm, gelijk blijkt uit de valgende maten :

Leng, Breedte,

Oude keltische schedel 40 str. 28 str. Schedel van eenen Urker Neo, } 35 … 3l „ 2 B En 5 PN 38 „ HH

ee en me ns 37 „ 31 „

Uit een en ander mag men veilig afleiden, dat de bewoners van het eiland Urk hoogst waarschijnlijk van geenen keltischen oorsprong zijn, hoewel het voorzeker zeer gewaagd zoude we- zen reeds nu eenen stap verder te gaan, dan deze ontkennende uitkomst. Wij moeten daartoe eerst het licht, door verdere on- derzoekingen verspreid, afwachten.

De oudste mij hekende opgave der bevolking van het eiland dagteekent van 1637 (*). Toen bedroeg zij 300 inwoners, waarvan er in datzelfde jaar niet minder dan 149 door cene be- smettelijke ziekte werden weggenomen, zoodat het cijfer tot 151 daalde. In 1750 was het weder geklommen tot 389 (4). waarvan 216 tot ket. mannelijk en 173 tot het vrouwelijk ge- slacht behoorden. De verhouding der heide geslachten was der- halve toen 100:80. In 1789 bestond de bevolking uit 520 per- sonen (5).

Sedert de invoering der registers van den burgerlijken stand, is de gang der bevolking de volgende geweest :


(*) Chronyk van Amsterdam, zijnde eene korte en zakolijke beschrij. ving enzv, Dl, IT, bl, 301, — Van der Aa, dardrijkskundig Woor- denbock, Dl. XI. bl. 400.

(f) Wagenaar, Pogenw, Staat, Dl, VIJL bl, 629.

($) Aanteekening gevoegd bij de kaart van Schilling.