Pagina:Harting, Het eiland Urk (1853).pdf/87

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

—_Ä

Vroeger was op het eiland een vrij groot aantal honden, doch sedert men op elken hand eene belasting van tsweo gutden heeft gelegd, ís dit aantal zeer verminderd, en bedraagt thans niet meer dan vier. Ben dier Jhanden behaort aan den blinden om- raeper, die hier van eene groote handschel voorzien is, Deze hend is voor zijnen meester geheel onmisbaar gewerden, want, altijd denzelfden weg volgende, geleidt hij dezen, die hem aan een’ band vasthoudt, door alie de kronkelpamljes tusschen de verward staande waningen heen.

Eertijds zouden er ook vele konijnen in het wild geleefd heb- ben (*), iets, dat opmerking verdient, omdat dezo dieren er thans bezwaarlijk kunne holen in den harden leemgrond zouden kuunen graven, hetgeen tot het vermoeden leidt, dat een ge- deelfe van den diluvialen bodem vroeger, toen het siland eene grootere uitgebreidheid had, uit zand heeft bestaan.

Thans ziju de eenige wilde viervoetige dieren ratten on mui- zen, die trouwe doch lastige begeleiders van den mensch, waar hij zijne woning ook vestigt. Men zeide mij, dat deze dieren hier zeer talrijk zijn, en dat daarzan ook het groote aantal van katten moet worden toegeschreven, hetwelk door de inwoners gehouden wordt.

In de omringende zee leven velo zeehonden (Phaca wituling), die des nachts op de Staart van het eiland komen slapen an ook zrer dikwijls du dnar uitgezette haringfuiken beroaven, waarin zij echter niet zelden zelve gevangen worden.

Behalve de door de inwoners gehouden haenders, vindt men er musschen (Passer dmnesticus Gessn.), spreeuwen (Sturaug vulgaris L), leeuwrikken (dleuda arvensis L), Deze zijn de eenige soorten van vogelen, die op het eiland cijeren leggen en braeden. Kievieten (Vanellus cristatus Meijer en Wolf),

{°) Chrozijk van Amsterdam enze. Dt. IL hl, 392,