Pagina:Heimans&Thijsse1895InSlootEnPlas1stEdition.djvu/79

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

63

Door die planten hebt ge dan meteen aan uw kweekelingen de noodige levenslucht verschaft; toch moeten er wat ondergedoken planten b.v. waterdraden en waterpest bij. Bovenal die waterdraden, scheiden veel gas af; ze zitten als de zon er maar eventjes door heen schijnt, zelfs in den winter bij de kachel, vol belletjes zuurstof. Deze zuurstof verrijkt de reeds in 't water aanwezige lucht; die wordt voortdurend den bek in, en de kieuwen weer uitgestuwd; let maar eens op, hoe de borstvinnen onophoudelijk in beweging zijn (ook als uw vischjes stil staan) om het verbruikte water weg te drijven, en ander aan te voeren.

Er komen soms ook wel ongenoode planten in uw flesschen, juist als ze goed verlicht zijn. Langzamerhand overtrekt een licht groen beslag de glaswanden; dat doet de visschen eer goed dan kwaad; het zijn uiterst kleine plantjes van denzelfden aard als de waterdraden, algen heeten ze; maar zij beletten u het gadeslaan van de dieren, en daarom is het toch in de eerste plaats te doen.

Welnu, zet wat meer en wat grooter slakken in het water, die maaien heel aardig die algenwei af; hun tong gaat onophoudelijk langs het glas en laat kaalgevreten strepen na. Daarentegen brengen ze er weer wat anders op, gelei-achtige, langwerpige, doorschijnende massa's van een paar centimeter lengte; als ge een goede loupe hebt, kunt ge daarin, na een paar dagen duidelijk kleine slakjes met huisje en al ontdekken, en van dag tot dag hun ontwikkeling uit de eieren nagaan.

Die slakkeneieren zijn meteen een gezocht voedsel voor uw jonge stekelbaarsjes, evenals muggenlarven, die overal in massa te scheppen zijn.