Pagina:Heimans&Thijsse1895InSlootEnPlas1stEdition.djvu/92

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

76

microscopische diertjes niet zoo gemakkelijk nieuws te ontdekken schijnt te zijn als een poos geleden, is men weer met het waarnemen van grootere dieren en ook van onze inheemsche hydra begonnen. Nu is onlangs aan een Japansch natuuronderzoeker gebleken, dat die polyp, als een gevangen prooi wat te groot voor zijn mondopening is, zich zelf een eindje binnenste buiten keert en den zoo omgeslagen zoom van zijn lichaam dan over de daphnia of het kevertje heenslaat. Dit terugslaan gaat zoo snel in zijn werk, dat de oude onderzoekers van de ongelooflijke omkeeringsproef zich wel eens vergist kunnen hebben, doordat het diertje, nadat het binnenste buiten was getrokken, bliksemsnel zijn normale stand kan hernomen hebben.

Ook is thans opgehelderd, hoe het mogelijk is, dat de polyp zoo geheimzinnig een daphnia kan verlammen als zijn tentakels het dier nauwelijks hebben aangeraakt. Wonderlijke organen zijn met behulp van het microscoop in die tentakels ontdekt. Op verschillende plaatsen bevinden zich daarin holten, waarin een spits pijltje is geborgen, dat met een lange opgerolde draad in die holten van den voelarm vast zit, een echte harpoen. Bij de geringste aanraking schiet de polyp zoo'n harpoen af; als hij kan, verscheidene tegelijk: de spitste punten dringen in het lichaam van de prooi en, blijven ze haken, dan kan de polyp de kabel inpalmen en zijn prooi naar zich toe halen.

Maar of dit nog niet wonders genoeg was, heeft het merkwaardige dier nog een tweede soort jachtwapenen in gebruik. Kleine holten in de tentakels bevatten een menigte losse werpspiesen, uiterst fijne naaldjes; die gebruikt de hydra in massa tegelijk; een natuurkundige heeft een gevangen daphnia onderzocht, die op het punt stond in de mond van de polyp getrokken te worden, en hij zag het diertje van alle zijden, als een egel met pennen, bespikkeld met die fijne spiesjes.