Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/118

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

96

toe kleiner worden. Een week of wat geleden waren dat allemaal bloempjes, elk met een stamper, zes meeldraden en zes kleine dekblaadjes. Die zaten heel dicht opeengepakt.

Hun manier van bloeien was precies als bij de zwanebloem; eerst rijpten de meeldraden, later de stempels. Niet alle bloempjes ontwikkelden zich tegelijk; het bloeien begon bij het onderste deel van de vinger, zoodat de top nog versche meeldraden droeg, toen daar reeds alle bloempjes verwelkt waren.

Tot zoover gaat nu alles goed. Maar wanneer ge nu over een week naar deze knobbeltjes komt kijken, om te zien hoe de vruchten zich ontwikkelen dan bespeurt ge geen verandering en over zes weken evenmin. De kalmoes brengt het bij ons niet tot rijpe vruchten.

In China moet hij erg prachtige roode bessen voortbrengen; 't is wel jammer, dat onze slootkanten dat sieraad moeten missen.

Wat daar nu de oorzaak van is? De guurheid van 't klimaat? Dat zou ik niet denken, zoo erg guur is het bij ons niet—vooral niet in Juni, Juli of Augustus. Ook heeft men de plant wel in broeikassen gekweekt, maar zonder goede uitslag.

Het stuifmeel kan niet wegwaaien, en misschien willen onze Nederlandsche insecten zich niet met die vreemde snoeshaan inlaten. Maar dan moest hij zich weten te behelpen.

Als een zwanebloem naar zijn meening te weinig bezoek van insecten krijgt, dan richt hij het zoo in, dat in sommige bloemen het stuifmeel uit de helmknoppen onmiddellijk op stempels van dezelfde bloem komt. Dat werkt dan wel niet zoo best als het stuifmeel, dat uit vreemde bloemen afkomstig zou zijn, maar er vormen zich toch goede zaden.

Er zijn zelfs wel bloemen, die bijna geregeld met eigen stuifmeel bestoven worden o.a. de ruige bastaardwederik,