Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/139

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

117

tijden van het Continentaalstelsel was de echte koffie natuurlijk fabelachtig duur en toen hebben werkelijk verscheiden menschen hun troost gezocht bij de lisschen. Of zij bij die keus geleid zijn geworden door de koffiebruine kleur van die zaadjes—daarover zwijgt de geschiedenis.

Van al die heerlijkheden heb ik nooit iets anders genoten, dan kalmoeswortel en bladeren. Meestal wordt iemands genoegen aan kalmoes bedorven door de overweging, dat er ook nog zooveel vergiftige wortels in ons rietland steken, waaronder in de eerste plaats de waterscheerling. Ik mag dan ook van vriend kalmoes niet reppen, zonder tegelijk een signalement van de gevreesde moordenaar te geven, wiens wandaden in schoolboekjes en couranten met allerlei ijselijke bijzonderheden vermelding vinden.

Het eenige, dat uit die verhalen te leeren valt, is, dat er op deze wereld heel wat onnoozele menschen en argelooze kinderen zijn. En argelooze dieren ook, daar weet ik een verhaal van.

Daar leefde aan de Oude Rijn, een huis of wat van ons vandaan, een klein renteniertje, die erg gierig en daarbij een geduchte lekkerbek was. Dat zijn twee eigenschappen, die heel moeilijk met elkander te vereenigen zijn, en onze vrek vermaakte dan ook de heele buurt met zijn kunst- en vliegwerk, om zijn eene hartstocht te bevredigen, zonder de andere te kort te doen.

Om nu goedkoope en lekkere eendeboutjes te kunnen krijgen, hield hij zelf eenden, die hij zorgvuldig voederde en verpleegde, om hun vleesch zoo fijn en smakelijk mogelijk te maken. Als nu in 't voorjaar het losbrekend ijs en de onstuimige Maartsche buien aan de anders zoo kalme oevers van de Oude Rijn huis gehouden hadden, en de afgebroken en losgewoelde wortelstokken der oeverplanten ronddreven, dan ging onze vriend met een groote zak en een kromme