Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/140

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

118

stok erop uit, om "kalmoesvoer" voor zijn eendjes te zoeken.

Gij gist reeds, wat er nu gebeurde.

Of het achteloosheid of schrokkigheid van hem geweest is, zal ik niet beslissen, maar op een dag lagen al zijn eenden dood, gestorven aan scheerlingvergiftiging.

Hij had scheerlingwortels onder zijn voorraad gehad en de domme, vraatzuchtige eenden hadden, zonder iets te merken, alles verslonden—wat hun zooveel te gemakkelijker viel, doordat de baas altijd zorgvuldig de dikke wortels in kleine stukjes sneed. Het ergste voor hem was nog, dat niemand natuurlijk zijn vergiftigde eenden wilde koopen en zelf durfde hij ze ook niet op te eten!

Het is anders dood gemakkelijk, een kalmoeswortel van die van een scheerling te onderscheiden, want ze gelijken net zooveel op elkander, als een schaap op een ooievaar. Een kalmoeswortel ligt horizontaal en hij is massief, dikwijls vertakt en bedekt met ruitvormige lidteekens, die de plaats aanwijzen waar de bladbundels dwars uit de wortelstok gesproten zijn.

Een scheerlingwortelstok groeit verticaal, wat voor een wortelstok nog al iets bijzonders is, bovendien is hij hol, niet vertakt en de stengel met bladeren en bloemen ontspruit aan zijn top.

De teekening hierbij stelt een loodrecht doorgesneden wortelstok van de waterscheerling voor, op de helft van zijn natuurlijke grootte. Gij ziet, dat hij niet geheel en al hol is, maar door horizontale dwarsschotten verdeeld in een aantal kamertjes. Die kamertjes zijn meestal droog en leeg; het onderste is veelal gevuld met een bruin vocht. Uit de wanden komen bij het doorsnijden op verscheiden plaatsen gele druppels te voorschijn. Dat gele sap zit ook in de stengels en bladeren boven de grond, en geeft de geheele plant een niet onaangename specerijachtige geur. Dat die