Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/17

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

5

logheid van vorm, maar dat werkelijk zijn gelijke niet had in lichtheid en geriefelijkheid. Het is niet te gelooven, wat al onder het achterbankje kon geborgen worden, en er was een voorplecht ook; en een gat in de roeibank voor een noodmast, en doften en roeipennen voor vaste of losse riemen naar verkiezing, en ijzeren loopers onder de bodem, zoodat hij in de winter voor ijsschuit kon dienen.

Young was binnen vijf minuten een even groot bewonderaar van de boot als ik, vooral van het achterbankje, — ofschoon hij ook volstrekt niet afkeerig was van een beurtje aan de riemen, waarmee hij ondanks zijn drieënzestig jaren heel handig omsprong. Laat ik hier meteen zeggen dat Young, al is hij een Engelschman, niet mager is, niet lang, niet koelbloedig, geen bakkebaarden draagt, geen hoed met voile, en geen verrekijker. Ook veracht hij geen vreemdelingen en hij is eveneens niet schatrijk.

Het eenige traditioneel-Engelsche aan hem is zijn kuitbroek en die is nog niet eens geruit. Hij is commies aan het departement van Oorlog in Londen en besteedt zijn vrije tijd en het beetje geld, dat hij kan overhouden, aan de studie der Natuur — voornamelijk vogels. Hij weet te bewerken, dat zijn verloftijd altijd valt in Mei of Juni — ook biedt hij zich altijd aan, als er een zending naar verre streken te vervullen is — zoo heeft hij voor eenige jaren de Vidji-eilanden bezocht — een glanspunt in zijn leven.

Hoe genoot hij ook nu! "De Steek", alleen voortgestuwd door een zachte westenwind, gleed langzaam voort over een wijde waterplas, aan alle zijden omgeven door hoog rietbosch. Achter ons lag het visschershuisje verscholen onder de hooge wilgen, vòor ons blonk de zon op de golfjes en op de witte waterrozen, die in ontelbare menigte op het blauwe meer dreven. De koeten, die echte rietvogels, lieten overal hun kort keffend geluid hooren en op een vijftig pas