Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/173

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

151

De beste verpakking voor 't transport is een groote zakdoek; spreid die op de grond uit, leg in 't midden een stuk bordpapier of een plankje en zet daarop de plantjes, die ge met een hand dik mos hebt uitgestoken; nu de vier punten van de zakdoek boven de planten vastgeknoopt; de knoop als handvat, zoo hoog mogelijk boven de bladeren.

Ziet ge niet tegen het naar huis meedragen op, dan zijn sigarenkistjes ook goed, maar dan oppassen, dat wat boven is, ook steeds boven blijft, want het is o, zoo moeilijk, thuis de plantjes weer aan 't parelen te krijgen, als de haartjes geschonden of bezoedeld zijn.

Alles is goed overgekomen, de plantjes zijn thuis in zindelijke bloempotten voor 't venster gezet; ge gaat 's morgens al vroeg kijken, maar... van zonnedauw geen spoor; op de roode steeltjes staan roode, drooge knopjes, waar gisteren de heldere droppels parelden. Waar is de gom gebleven? 't Is niet aan te nemen, dat die van nacht totaal is verdampt; bovendien, hier aan dit mossprietje zit nog gom, die gisteren per ongeluk erop is geraakt. Er blijft niets anders over, dan te gelooven, dat de vliegenvanger zijn lok- en vangmiddel heeft ingetrokken, weer heeft opgezogen, om zoo te zeggen.

Straks, als de zon hier een uurtje op de vensterbank heeft geschenen, zullen de parelen wel weer voor de dag komen. De zon schijnt al twee uur op de plantjes en—nog geen dauw; integendeel de kopjes worden vuil bruin. Ze zien er ook zoo frisch niet meer uit; de blaadjes hangen slapper, de bovenste laag mos begint te verkleuren en bleekgeel te worden.

Het loopt mis. Dat komt ervan; als men een ding dwingt, dat niet gedwongen wil worden, "dan plaag je jezelf," denkt ge een dichter na.

Och, geef het toch zoo gauw niet op. Denk liever zelf na. Een dier, dat treuren gaat om het verlies van zijn vrijheid,