Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/241

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

215

Wat voor soort het is? Ja, dat is aan de jonge veeren van de varenplant nog zoo gemakkelijk niet te zien; maar wilt ge het gaarne weten, denk er dan aan, dat we uit het rietlandje een aantal veeren meenemen van de verschillende soorten, die er groeien; die drogen we en vergelijken we dan later met onze nieuweling, als hij wat ouder is geworden.

En nu tot Zaterdagmiddag, vergeet niet uw grootste bus, een paar extra-zakdoeken en een plantenschop mee te nemen, bij gebrek aan beter is een kleine, scherpe kolenschop ook goed; voor het net en de chloroform zal ik wel zorgen; bovendien als we het een of ander vergeten,... er zijn nog meer liefhebbers van de partij.

Die komen meest allen in volle uitrusting; de een als botanist—die heeft een plantenbus op zij, waar wel een kind van drie jaar in kan; de tweede als entomoloog—die heeft zestien zakken in zijn kleeding en in elke zak een aantal vang-fleschjes of doosjes met glazen deksels, en die is bovendien uitwendig en inwendig behangen met alle mogelijke instrumenten voor de insectenjacht; de derde loert het meest op vogels—die heeft een uitmuntende veldkijker bij zich; een ander zal zich deze keer hoofdzakelijk met de studie van slangen, salamanders en kikkers bezig houden—hij bezit weer andere jachtwapenen en stevige netten.

Ook moet ge u niet verwonderen, als ge iemand ziet komen aansjouwen met een soort van miniatuur-latafel; een hooge, smalle kist, met een groot aantal laatjes, aan een hengsel; dat is een microscopist; die verzamelt mossen en zwammen, om ze thuis te bestudeeren.

Dit alles zeg ik u maar vooruit, dan krijgt ge minder neiging tot uitlachen; niet dat de deelnemers daar veel