Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/95

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

73

en voedsel te genieten, later echter mogen de eitjes geen oogenblik verlaten worden.

Bij de gorzen en rietzangers lossen mannetje en wijfje elkander af. Dat gaat snel en voorzichtig: in hetzelfde oogenblik, dat de eene vogel de eities verlaat, schuift de andere erop, zich met pooten aan de nestwand tegenhoudend, zoodat hij zonder eenige drukking op de broze eitjes neerkomt.

Regent het zoo hard, dat de bladeren boven het nest geen voldoende beschutting leveren, dan spreidt de broedende vogel de vlerkjes uit, om het regenwater zoo af te leiden. Lang houdt hij dat evenwel ook niet uit, als hij kletsnat is, houdt hij geen water meer tegen, en het doodvonnis is over de kleintjes uitgesproken.

Hagelbuien brengen ook groote verwoestingen teweeg—niet zelden wordt de broedende vogel door de vallende steenen gedood. Eens heb ik een nest gevonden, dat vol gehageld was. Onder de hagelkorrels lagen de lijkjes van vijf geelbekjes, gestikt in het ijs. De oude vogels waren zeker onder het voedsel zoeken door de bui overvallen en hadden elders moeten schuilen.

Ik zou deze lijst van droevige gevallen nog wel kunnen rekken, maar eigenlijk moet je de vernielde nesten, gebroken eitjes en doode vogeltjes zelf gezien hebben, om goed te kunnen gevoelen, hoe oneindig treurig dergelijke gebeurtenissen zijn, en hoe verregaand onmenschelijk, hoe echt gemeen het is, aan die vernieling mee te werken.

Zeker, een Hollandsche jongen moet jagen. Je kunt je jeugd niet doorbrengen met kienen en hoepelen. Maar de jacht op vogelnesten kan een edel vermaak wezen.

Het is wat waard, uren lang door te brengen in de vrije natuur, te midden van boomen en bloemen en vogelgezang. En wat een oefening van oor en oog. Gij hoort ten laatste het getrippel van een klein zangvogeltje in de takken boven