Pagina:Heimans&Thijsse1897HeiEnDennen1stEdition.djvu/46

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

36

achterwaarts marcheerend de nieuwe zijgang in. Een paar minuten later kunnen wij het bolletje niet meer zien. Het is in de diepte verdwenen, het wijfje heeft het van onder af neer getrokken. Dus wel verstand ?

Wie de driehoorns op de heide aan ’t werk wil zien, moet vroeg opstaan of laat naar bed gaan. Meestal ver- richten ze hun werk in de morgenuren of tegen het vallen van de nacht. Bij eenigszins donker of buiig weer, zooals vandaag, ook wel later op de morgen of in de namiddaguren.

Bij helder daglicht marcheeren ze in groot aantal, meestal alleen de mannetjes, over de heide. ’t Schijnt, of ze dan op verkenning uit zijn en naar voorraad zoeken of naar geschikte plaatsen voor hun mijnen.

Verbazend is het getal keverputten, dat wij hier op deze schapenhei aantreffen. Heel waarschijnlijk graaft elke Geotrupes meer dan één gang; anders zouden wij moeten aannemen, dat ze hier bij duizenden voorkomen. Hier is weer een paartje; neem die mee om thuis hun levenswijze na te gaan. Hoort ge het geluid dat ze maken; dat doen ze met de dijen van de achterpooten. Boktorren musiceeren bijna net eender.

Om er wat meer van te weten, heb ik laatst van een tiental, dat ik binnen een paar uur in het eind van Maart op de heide vond, een mannetje met wijfje thuis aan het werk gezet.

Ik gaf ze een diepe inmaakflesch tot woning. Die vulde ik. tot dicht bij de rand met gewoon zand; zóó dat de zandlaag ongeveer 8 d.M. diepte had. De kevers kropen onrustig over het zand heen en weer, en trachtten tegen de glasrand op te kruipen, wat hun in ’t geheel niet gelukte.

Ze deden zoover ik kon nagaan geen poging, om van hun. vleugels gebruik te maken. Maar voor 't geval, dat ze zich eens mochten herinneren, dat ze zulke geriefelijke dingetjes,