Pagina:Heimans&Thijsse1897HeiEnDennen1stEdition.djvu/52

Uit Wikisource
Er is een probleem opgetreden bij het proeflezen van deze pagina

42


Op deze plek in de tekst zou een afbeelding moeten verschijnen.

Veldbies. Lúzula campéstris.


stempels, opkijken; maar weinig planten hebben dan nog stuifmeel. Nog genoeg evenwel, om de stamperbloemen te be- vruchten. En dan is het aartje een poos onooglijk; tot de zomer komt, tot Mei of Juni; dan wuift uit elk aartje van ’t wol- legras, een groote zacht- harige pluim. Uit de verte lijkt het wel, of er een menigte witte vogelveeren aan de toppen van het gras zijn blijven kleven.

Vergelijk dit wollegras nu even met uw tweede grasachtig plantje, dat ge daar geplukt hebt. Ziet ge wel, dat het niet het- zelfde is? Deze heet veld- bies; Luzula is de weten- schappelijke naam. Alleen de blaadjes verschillen al zooveel van die van t‚ wollegras, dat ge ze niet meer met elkaar ver- warren zult. Ze zijn plat- ter, breeder en dragen aan weerszijden lange, rafelachtige haren. En de bloemen, zijn ook licht