Pagina:Heimans&Thijsse1897HeiEnDennen1stEdition.djvu/57

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

47

Ja, dat spookachtig geïuid heeft al heel wat bijgeloovige zieltjes een koude angstrilling bezorgd. De een hoort er in: "te hulp! te hulp!” Een ander: "moeder! moeder !”

Het is de vuurpad, een diertje dat niet veel bij ons voor- komt. Wij zijn vandaag niet op zeldzaamheden uit; ’t is ons om een kijkje te doen, anders zou het een volle dag zoekens waard zijn, om het diertje met zijn vuurrood ge- vlekt buikje machtig te worden. In sommige streken van België en Duitschland komen de vuurpadden (Bufo bombi- nator) meer voor, en daar wordt de "Unke” wel in tobbes en vijvers gehouden; onder het opdisschen van griezelige sprookjes, verschaffen zich de dorpsbewoners zoo doende he genot van een echte "Unkenroep.” Unke is de Duitsche naam van onze vuurpad. Die naam, natuurlijk uitgesproken: "Oenke,” is stellig ook een nabootsing van het geluid.

Nu moeten we van de heiplas weg, anders gaat hier de dag om. Naar de heuvels dus!

Merkt ge wel, dat uw voet niet diep wegzinkt in de vaal-zwarte, gomachtige bodem ?

Heel anders dan in ’t laag veen tusschen het riet! Daar verbergt het bleekgroene veenmos overal verraderlijke diepten, hier is geen gevaar.

Vormt zich evenwel, am zoo te zeggen, laag veen op het hooge, zooals op vele plaatsen in Drente en Brabant, dan is het zooveel te erger; wacht u voor die effen groen be- wassen plekken!

Hier kunnen we overal zien, waar we de voeten zetten. Vlak op de kale bodem kruipen alleen wat groene slin- gers voort, zoo dik als een potlood; wolfsklauwen zijn dat; nu nog zonder vruchtstelen en grootendeels vertrapt en verbroken door de hoeven der schapen. Licht wijnroode roosjes zoo groot als een kindervuistje steken af tegen de glimmende, natte-turfkleurige bodem. Hun blaadjes zijn