71
men, dan kunnen we er wel een tweede bij maken; een terrarium is ook zoo heel duur niet.
Een paar stukken turf hollen we uit en maken een keepje aan de rand, zoodat ze een kannetje met afgebroken tuit lijken; die zetten we omgekeerd, met de holte naar onder dus, tusschen de struiken; het zijn tenten, schuil- plaatsen voor de diertjes. De tent van de pad moet wijder opening hebben. Met wat aarde of zand rondom zetten wij de tentjes vast. De kikkers maken er geen gebruik van, die kiezen hun vast verblijf in een hoek van het bad; wordt het hun daar te koud, dan graven ze zich in en geven zoodoende nog al wat last met de planten.
Nu hier wat kiezelsteentjes en daar een klein dotje frisch groen gras, en bewonder uw werk, want het is bijna klaar.
Zijn de heistruiken zoo hoog, dat ze tot aan de boven- rand van het terrarium reiken, dan moet er een deksel op. De kleine hagedis klautert anders niet veel, en de groote, die het heel graag doet, hebben we toch nog niet. Maar ge weet het misschien niet en zoudt het tot uw schade en spijt kunnen leeren, dat katten en honden vaak dol op kikkers en hagedissen zijn.
Verbeeld u, dat uw hondje of de kat eens in uw pronk- stuk op jacht ging! Dek het liever.
We behoeven niet te wachten met het inbrengen van de dieren, tot de planten vast-geworteld zijn, zooals bij het bezetten van een aquarium bepaald noodig is.
Uw hagedissen en kikkers hebben lang genoeg in doosjes gevangen gezeten; geef ze nu maar een beetje meer vrijheid.
Eerst de kleine hagedissen. Zie ze voortschieten! In ’t water! Dat dacht ik wel. Neen, wees maar niet bang, dat ze verdrinken zullen! Ze vluchten vaak in ’t water, als men ze vangen wil; ze loopen onder water zoo goed als er boven; het zijn half reptielen, half amphibiën. De