Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/141

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

129

't is niet noodig, dat gij haar die ontneemt. De mannetjes echter bewijst ge een dienst, door ze onder uw hoede te nemen, want die mogen toch niet thuiskomen en zijn bestemd, om nog een week of wat rond te zwerven, daags zich zonnend en voedend op de bloemen, 's nachts zich verschuilend in bloemkronen, onder bloemschermen of in eenig anderen schuilhoek.

Rechter-achterpoot van een Koekkoekshommel
(buitenzijde × 6). h‚ heup: dg, dijring; d, dij;
s, scheen; m, metatarsus; t, tarsi.
Links: dwarse doorsnede van de scheen.

Ja, daar moet ge bij uw avondwandelingen in de nazomer eens op letten, hoe tegen den nacht al die mannetjeshommels zich schuilplaatsen zoeken. Ik ben eens langs een weg gewandeld, waar veel duizendblad (Achillea millefolium) stond, ge weet wel, die harde taaie plant met zeer fijn verdeelde bladeren en platte schermen van aardige gruttemeelkleurige of rozeroode bloemen.

Welnu, onder elk van die schermen hadden zich een paar listige mannetjeshommels genesteld: ze wisten blijkbaar, dat ze daar goed beveiligd waren,tegen koude en nattigheid.

Ook vindt ge zoodoende een menigte van mannetjes van