Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/15

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

11

men zocht den geheelen dag, den volgenden ook nog, maar Atalanta was weg, en bleef weg. En geen wonder. Om haar te straffen voor het schenden van haar belofte, en haar te doen boeten voor het leed, dat zij daardoor Hippomenes aandeed, veranderde diens vriendin, de Godin der Schoonheid, de mooie vlugge Atalanta in een leelijke, trage, zwartgroene rups; om te maken, dat niemand haar zou willen aanraken, gaf de Godin haar puntige stekels op het geheele lichaam; en wees haar bovendien de brandnetel, door menschen en dier gehaat en gemeden, tot woonplaats en tot voedsel aan. In plaats van te spinnen en kleederen te weven voor haar echtgenoot en te wonen in een wit marmeren huis, móest ze verblijf houden in een stekelig, grauwgroen blad, dat ze tot een kokertje dicht weeft met draden, die ze zelf eerst moet spinnen en waarin ze zich uit schaamte den geheelen dag schuil houdt.

Al haar smeeken hielp weinig, de eenige genade, die zij kon verwerven, was, dat ze aan het eind van haar verborgen leven nog eenige dagen de zon zou zien. Dan krijgt ze weer gevleugelde voeten, dan vliegt ze weer evenals vroeger, maar nu als koningin der vlinders, dart'lend en spelend over de bloemrijke velden, dan glanst weer haar zwartzijden haar, dan glinstert weer het rood van haar wangen in het zonlicht, dan straalt weer het zachtblauw van haar oogen.

Haar bruigom was wanhopig van smart; nog lang dacht hij, dat Atalanta zich toch verscholen had tusschen het gras en de bloemen; dan dwaalde hij troosteloos rond en telkens weergalmde de lucht van zijn treurig geroep om zijn geliefde: "Atalanta!" "Atalanta!" En ziet. Eens toen hij maanden lang na het gebeurde weer herhaaldelijk zijn weeklacht deed hooren, zette zich telkens een schoone vlinder op zijn mond, alsof die hem wilde kussen en vlood