Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/162

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

150

spinsel, waarop verscheidene helder witte puntjes duidelijk afsteken. Verwijdert gij het spinsel, dan blijkt het, dat de witte puntjes daar niet een deel van uitmaken, doch de spitsen zijn van een aantal dikke stekelharen, die de huid bekleeden van een rups. Er zijn zes rijen van zulke „dorens", de rups zelve is bruinachtig geel, aan de zijden lichter, ook midden op de rugzijde met nog kleinere gele vlekjes en zwarte of blauwachtige dwarsstrepen. Die teekening is trouwens niet altijd eender, gij kunt de rupsen vinden bijna zwart en bijna geel, maar altijd zijn er 6 rijen dorens.

Het valt licht te begrijpen, dat zij niet daarheen geklauterd zijn, want niets ongevleugelds kan bovenop een distel komen. Daarom weten we nu al zeker, dat een vlinder haar eieren of liever haar ei, op datzelfde blad gelegd heeft. Ik zeg: "haar ei", want in het rupsennest is slechts éen rups aanwezig, en op de heele distelplant vinden we erop ver van elkander verwijderde bladeren in het gunstigst geval maar een half dozijn. Wij hebben hier dus, evenals bij Atalanta te doen met eenzaam levende rupsen.

Deze distelrups heeft de merkwaardige eigenschap, dat ze de gevangen staat niet goed kan verdragen. Al plukt ge, met de noodige voorzorgen de geheele disteltak af, waarop ze zich bevindt, ze eet niet meer en maakt binnen korten tijd aanstalten tot verpopping. Ze wordt lusteloos, verkleurt en in een dag of twee hangt aan een fijn puntje de wel bekende hoekige Vanessa-pop, donker gekleurd en met gouden of zilveren vlekken versierd. Na nog veertien dagen komt de vlinder eruit te voorschijn—de distelvlinder. En als het nu onvolwassen rupsen waren, die gij medegenomen hebt, dan ziet ge allerzonderlingst misvormde vlindertjes te voorschijn komen—met drie en een halven vleugel, of met twee vleugels. Zamel daarom steeds groote ruijsen in van 6 cM. lang, dan hebt ge kans, mooie gave