Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/102

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

96

Er bleef toen niet veel anders over dan te beргоеvеп met zwammenzoekers of -zoeksters persoonlijk kennis te maken. Dat gelukte in 't eerst niet best; die luidjes lieten niet veel los; ze hadden ook niet veel lust, ons op de plaatsen te brengen, waar zij hun oogst binnenhaalden. Eindelijk, op een voetreis van Nordhausen over Steigerthal naar Stempeda in den Zuid-Harz, troffen wij het beter. We liepen den binnenweg, die aan weerszijden met pruimeboomen is beplant, en daar haalden we een man in, die er nogal zwamachtig uitzag.

Met behulp van bier was hij aan 't praten te krijgen en, ja hoor, hij ging er Zondags vaak op uit, om zwammen te zoeken; hij verkocht ze in de stad aan winkels en hôtels. Welke soort? Natuurlijk weer champignons, zuiver witte en kleine, de rest liet hij staan. Enkele andere namen van "Speisepilze" kende hij ook wel; maar ze precies te onderscheiden van de giftige of verdachte dubbelgangers, dat kon hij heelemaal niet.

Toen wij hem het vuur wat na aan de schenen legden, bleek het dat hij en zijn collega's zich heelemaal niet bekommerden om soorten, die niet of weinig gevraagd werden. Die bestonden net zoo min voor hen, als de bloemen langs den weg voor onze boeren; en evenmin als deze kende onze Harzer zwammenzoeker bij name, wat niet van oudsher als eetbaar bekend staat.

Of hij dan nooit Eierzwammen of Cantharellen zocht en verkocht, informeerden wij. Ја, zoo'n enkele keer wel eens, maar daar wilden ze in de stad niet best aan, alleen de witte soorten hadden aftrek. Uit zijn verlegenheid werd ons boertje gered door een kennis van hem, die bij de buiging van 't pad op eens voor ons stond. De man had een half gevulde aardappelzak